De SeaQuest is een Hallberg-Rassy 48 uit 2007 met bouwnummer 38. Wij zijn sinds april 2014 de tweede eigenaar. Hiervoor hadden we 8 jaar lang de Brandaan, een Hallberg-Rassy 40 uit 2004 ook met bouwnummer 38.

Hallberg-Rassy’s zijn fantastische boten voor langere zeilreizen met een mooie combinatie van veiligheid, comfort, makkelijk te zeilen en een luxe en stoere uitstraling. Door het ontwerp en het gewicht (de SeaQuest weegt ca. 25 ton) is de zeegang stabiel, en ook nog best snel. De middenkuip zorgt voor een veilig gevoel, ook doordat we alle zeilhandelingen vanuit de kuip kunnen doen.

De indeling binnen is mooi met veel hout, comfortabel met goede bedden, bank en stoelen, en tot in veel details geschikt voor gebruik met zwaardere zeegang. Denk aan handgrepen op veel plaatsen, een keuken waar je goed ‘vast’ kunt staan en alle vloeren gelijk zonder lastige op- en afstapjes.

 

 

 

We hebben de SeaQuest gekocht om met opgroeiende meiden heerlijk te kunnen varen in Zeeland en in Noord-Europa. Maar ook om er met ons tweetjes op te wonen en een langere zeilreis mee te maken als we vervroegd met pensioen gaan.

De SeaQuest heeft een rolgrootzeil, een genua, een genaker en een kotterfok. Die kotterfok is niet altijd handig als we moeten kruisen op de Grevelingen of de Oosterschelde met lichtere wind. Dan moeten we eerst de genua inrollen voordat we overstag kunnen 😂, maar dat nemen we voor lief. Op zee met flinke zeegang en hardere wind zijn we er maar wat blij mee. Het rol-grootzeil is heel praktisch omdat het heel makkelijk te reven is. De nieuwe rolgenaker gebruiken we veel vaker dan de vorige genaker. Op een voordewindse koers zetten we al snel de zeilen in vlinderstand met de genua op de boom. Dat zeilt heel comfortabel.

 

Indeling SeaQuest

De indeling van de SeaQuest zie je op het plaatje hieronder. Met achterin een center bed en een goede werkplek voor Mira. Het is een lekkere ruime slaaphut met een eigen badkamer en veel kastruimte.

In de kajuit is de keuken meteen aan de stuurboord kant naast de ingang. In de kajuit zelf een ruime tafel met rondom een zitbank en twee heerlijke stoelen.

De meiden hebben voorin elk een eigen hut. Marinthe slaapt in de supercabin waar ook de werkplek van Toine is. Eline slaapt in de voorste hut.

Hieronder kun je op de plattegrond klikken voor een foto van de betreffende ruimte.

 

 

 

Specificaties

lengte: 14.99 m
breedte: 4.50 m
diepgang: 2.34 m
masthoogte: 21.75 m
watertank: 910 liter
dieseltank: 800 liter
anker: Uktra 35 kg
lengte ketting: 110 m
motor: Volvo Penta D3-110, 81 KW/110 HP

 

Navigatie

Op de SeaQuest zit een complex netwerk voor de navigatie apparatuur. Dat komt door de hoeveelheid apparaten in combinatie met de verschillende leeftijden van deze apparaten. We vernieuwen het netwerk liever alleen voor onderdelen waar dat nodig is, zeker als de oudere onderdelen het nog prima doen.
Toine heeft sinds de koop van de SeaQuest dit netwerk stap voor stap zelf aangelegd. Ook omdat de vorige eigenaar een keer blikseminslag heeft gehad waardoor een deel van het netwerk was hersteld door een Italiaanse werf. “Prutswerk” volgens Toine 😎.

We kunnen allebei de navigatie apparatuur goed bedienen, maar hoe dat technisch achter de schermen is ingericht heb ik me tot nu toe niet in verdiept. Dat is echt Toine’s domein. Eigenlijk is het wel goed hier iets vanaf te weten. Het werkt voor mij goed om er in eigen woorden een stukje voor op de site te schrijven. Daar leer ik veel van en het is leuk om te doen 😊.

Op de SeaQuest is de navigatie apparatuur allemaal van Raymarine. In de kuip buiten zijn de volgende apparaten geïnstalleerd:

1. Navigatiecomputer met touchscreen (Axiom XL 16) – op het kaartenblad links van de kajuitingang.
2. Dieptemeter.
3. Snelheidsmeter.
4. Windmeter.
5. Twee variabele meters vrij in te stellen met bootinformatie als snelheid, wind, zeewatertemperatuur, de tijd etc.

Deze vijf meters zijn naast elkaar boven de kajuitingang gemonteerd.

 

Op de stuurstand zitten de volgende apparaten:

1. Bedieningspaneel voor de autopilot (bovenop rechts).
2. Bedieningspaneel voor de thermische camera (midden).
3. Tweede navigatiecomputer met kleiner scherm (A67) (bovenop links).

De A67 gebruiken we vooral voor het goed zichtbaar tonen van motorinformatie (verbruik, toerental, laadcapaciteit accu’s, temperatuur en turbodruk). Daarnaast is het een volledige back-up voor de Axiom XL 16.

 

Bij de kaartentafel binnen zijn de volgende apparaten gemonteerd:

1. Bediening voor de autopilot (als we binnen zitten en als back-up voor degene op de stuurstand).
2. Links daarnaast een variabele meter voor snelheid, diepte of windgegevens (omdat er anders een lelijk gat in het hout zichtbaar is).
3. Navigatiescherm als repeater van de Axiom XL 16.
4. Bedieningsknoppen voor de Axiom XL 16 (omdat we binnen geen touchscreen hebben).
5. Oplader van de afstandsbediening voor het bedienen van de autopilot.

Op deze wijze kunnen we de navigatie ook geheel vanuit binnen uitvoeren.

 

Halverwege de mast zit de radar, bovenin de mast staat de antenne voor marifoon- en AIS-ontvangst, en op de eerste zaling staat de thermische camera.
In de achterkajuit zitten de twee autopilot systemen. Autopilot 1 (EVO-400) met een mamba drive en autopilot 2 (EVO-400) met een lineair drive. Op de stuurstand zit een selectieknop om één van de twee pilots in te stellen.

Hoe al deze apparaten een elkaar gekoppeld zijn in het navigatienetwerk zie je in het schema hieronder.

 

De Axiom XL 16 is in combinatie met autopilot 2 ons hoofd navigatie onderdeel. Op de kaart van de Axiom XL 16 zien we onze positie en koers, zetten we routes uit met waypoints en laten we de autopilot in ’track’ modus sturen naar een waypoint. Ook zien we op die kaart de AIS driehoekjes van andere schepen om ons heen. Tevens tonen we hierop de radarbeelden, over de kaart heen of als apart radarschermpje naast de kaart. We kunnen inmiddels lezen en schrijven met dit apparaat en zouden moeilijk zonder kunnen. Ook de technische camera kunnen we hierop ontvangen.

Als back-up voor de Axiom XL 16 hebben we dus de A67 op de stuurstand en daarnaast ook de Mac Mini (bij de kaartentafel) en twee iPads. Hierop staat iNavX en doordat we de volledige boordinformatie via de miniplex aan die Apple apparaten kunnen doorgeven hebben we daar ook onze positie en koers op de kaart, AIS van schepen om ons heen, gegevens over de snelheid, de windsterkte/richting etc. Daarmee is dat ook een compleet navigatie instrument. Ook zendt de A67 een wifi signaal uit waarmee we op de iPad’s via de Raymarine-app het A67 scherm kunnen zien en bedienen. Dat is wel eens makkelijk om naast de Axiom XL 16 een scherm te hebben met wat extra informatie of voor degene die binnen ligt bij een nacht doorvaren om even kort de situatie te bekijken.

Al deze apparaten zitten in het boordnetwerk dat bestaat uit 3 verschillende Seatalk netwerken (Seatalk 1, Seatalk NG en Seatalk HS).
Seatalk NG (new generation) is het hoofdnetwerk. Dat loopt via een backbone door de boot (dikke blauwe lijn in het netwerkschema hierboven), beginnend bij de vijf meters boven de kajuitingang, via de kaartentafel en de stuurstand naar de achterkajuit. Op Seatalk NG zitten de meeste apparaten aangesloten. Seatalk 1 en Seatalk 2 zijn voor de oudere apparaten, en zijn via een interface op Seatalk NG aangesloten. Seatalk 1 is nodig voor de meters boven de kajuitingang en voor de zender van de afstandsbediening van de autopilot.

Het Seatalk HS (high speed) netwerk staat los van de andere Seatalk netwerken en voedt via de HS switch de bediening van de thermische camera, de beelden van radar en de thermische camera op de Axiom XL 16 en de A67, en via de miniplex op de Mac Mini en iPads.

Het netwerkkastje achter de vijf meters boven de kajuitingang heeft connectoren voor 1) het begin van de NG backbone, 2) de interface tussen Seatalk 1 en Seatalk NG, 3) de aansluiting op het Axiom XL 16 navigatiescherm en 4) de NG backbone naar de kaartentafel.

 

In het klepkastje naast de kaartentafel zitten de volgende onderdelen (zie de foto hierboven):

1. Netwerkkastje met connectoren voor 1) NG backbone vanuit het kastje boven de kajuitingang, 2) 12v voeding voor de Seatalk netwerken, 3) koppeling met Seatalk 1 netwerkkastje bij de kaartentafel (nr 3 in de foto), 4) koppeling met het toetsenbord bij de kaartentafel en 5) NG backbone naar het kastje eronder (nr 2 in de foto).
2. Netwerkkastje met connectoren voor 1) NG backbone naar het kasje erboven (nr 1 in de foto), 2) koppeling met de AIS (nr 5 in de foto), koppeling met de miniplex en 4) NG backbone naar de stuurstand.
3. Seatalk 1 netwerkkastje met connectoren voor de koppeling met 1) het Seatalk NG netwerk, 2) de zender van de  afstandsbediening voor de autopilots, 3) variabele meter kaartentafel en 4) bediening autopilots.
4. Miniplex voor de wifi verbinding met iPad’s en Mac Mini.
5. De AIS apparaten. Rechts is de splitter voor het splitsen van het antenne signaal naar AIS en marifoon. De connectoren onder zijn van links naar rechts voor 1) 24v voeding, 2) koppeling met de marifoon, 3) koppeling met  het AIS apparaat links en 4) koppeling met de antenne. Links is het AIS apparaat voor het ontvangen van AIS signalen van andere boten en het versturen van ons eigen AIS signaal. De connectoren onder zijn van links naar rechts voor 1) 24v voeding, 2) koppeling met Seatalk NG, 3) koppeling met de AIS antenne in het plafond bij de kaartentafel en 4) koppeling met de splitter.
6. Seatalk HS netwerkswitch (voor het verspreiden van radar en thermische camera beelden).
7. Antennekastje voor de afstandsbediening van de autopilot.

Het netwerkkastje in de stuurstand heeft connectoren voor 1) NG backbone vanuit de kaartentafel, 2) ontvangen van de motorinformatie, 3) bediening van de autopilot op de stuurstand en 4) NG backbone naar de achterkajuit.

Het netwerkkastje in de achterkajuit heeft connectoren voor 1) NG backbone vanuit de stuurstand, 2) koppeling met de autopilot 1 en 2 (EVO-400), 3) koppeling met de gyro kompas voor autopilot 2 en 4) NG backbone einde.

 

Electriciteit

Toine heeft een heel mooi electriciteits schema gemaakt waar het hele circuit van de boot in staat. Dit circuit heeft hij de afgelopen jaren naar eigen wensen aangepast en georganiseerd. Elke aanpassing houdt hij bij in het schema.

De stroomverbruikers op de boot halen hun stroom uit drie verschillende circuits met elk een eigen voltage:  220v, 24v of 12v.

Het 220v circuit voedt de stopcontacten, de acculader voor het laden van de accu’s, het verwarmen van de boiler, de CV kachel voor de verwarmingsradiatoren, de watermakerpomp en de wasmachine. Dit zijn de groene lijnen in het plaatje hieronder.

Het 24v circuit voedt de autopilot, het navigatiesysteem, de verlichting buiten en binnen, de electrische lieren, de iridium-GO, de koelkast en diepvries, de electrische toiletten, diverse pompen, de inverter (24v -> 220v), de inverter (24v -> 12v), de boegschroef, de hydrauliek voor het in- en uitrollen van het zeil, de ankerlier, de hete lucht verwarming, de thermische camera en de watermaker boostpomp. Via het 24v schakelpanel kunnen we ook de 220v CV kachel voor de radiatoren aanzetten. Dit zijn de blauwe lijnen in het plaatje hieronder.

Het 12v circuit voedt de marifoon, het gasknopje (veiligheidsklepje van het gassysteem), de korte golf radio, het A67 navigatiescherm op de stuurstand, het Seatalk navigatieboordnetwerk en de lucht blazertjes in de verwarmingsradiatoren. Dit zijn de gele lijnen in het plaatje hieronder.

We kunnen op drie manieren stroom krijgen voor het 220v circuit:

1. Via de walstroom – alleen als we in een haven liggen – levert direct 220v.
2. Via de generator – die draait op diesel – levert direct 220v.
3. Via de 24v accubank en de inverter (die vanuit de 24v accu’s stroom omzet naar 220v).

Er zijn drie 220v electriciteits groepen en een intelligent tooltje genaamd de System Switch regelt welke groepen stroom krijgen:

1. Groep 1 gebruiken we voor de boiler, de acculader en de wasmachine – dit zijn de zwaardere apparaten – die krijgt alleen stroom als we aangesloten zijn op de walstroom of als de generator draait.
2. Groep 2 is voor de watermakerpomp, de CV en de stopcontacten (behalve de stopcontacten aan de bakboord kant van de kajuit) – die krijgt stroom als we aangesloten zijn op walstroom, via de generator of via de inverter (24v -> 220v).
3. Groep 3 is voor de stopcontacten aan de bakboord kant van de kajuit – hier zitten gevoelige apparaten op zoals de computer die slecht tegen het schakelen van de Switch kunnen – die krijgt alleen stroom via de inverter (24v -> 220v).

De groene lampjes op het paneel geven aan welke groep van stroom is voorzien.

Als we op 110v walstroom zijn aangesloten (is zo in de USA, Canada en Azië) worden alleen de accu’s geladen. Dan moet de schakelaar op het paneel op 110v staan (staat nu standaard op 220v). De 220v groepen worden dan via de generator of de inverter gevoed en niet rechtstreeks via de walstroom. De Systems Switch kan namelijk niet tegen 110v (weten we uit eigen ervaring toen we in Florida lagen 😉).

De 24v accubank kan op drie manier worden geladen:

1. Als de motor draait – die laadt rechtstreeks de 24v accu’s op – en ook de 12v start accu (die alleen wordt gebruikt voor het starten van de motor en de generator).
2. Als de generator draait – die levert 220v via de System Switch aan groep 1 en daar zit de acculader op.
3. Door de walstroom – bij 220v via de System Switch naar de acculader in groep 1, bij 110v rechtstreeks naar de acculader.

Als we onderweg zijn is het dus belangrijk naast wind voor het zeilen ook altijd voldoende diesel aan boord te hebben om via de motor of de generator stroom te kunnen genereren.
Alternatieven voor diesel zijn zonnepanelen, een windgenerator of een watergenerator. Op de Brandaan hadden we een windgenerator maar die levert relatief weinig stroom (alleen maar op halve en aan de windse koersen), maakt vervelend lawaai, en ligt ver uit balans voor het stroomverbruik op de SeaQuest. Een watergenerator levert veel meer op en is voor ons wel interessant. Die staat nog op ons lijstje. Zonnepanelen doen wel wat, maar niet genoeg voor ons totale verbruik en alleen aantrekkelijk in zonnige oorden.