Zomervakantie 2013 – Scilly Eilanden met heel mooi weer

Het eerste jaar met de Brandaan (in 2006) hadden we een prachtige zomer met warm weer en veel oostenwind. We hebben toen een rondje kanaal gemaakt met als verste westelijke bestemming Wight, Cherbourg en de kanaaleilanden Alderney, Guernsey en Sark. Toen dachten we nog dat dit een redelijk normaal weerbeeld was en die bestemmingen waren toch al lekker ver weg? Nu 7 jaar later weten we wel beter. Het is redelijk uitzonderlijk dat je met goede oostenwind (of heel weinig wind) in een korte tijd een flinke afstand naar het westen kunt afleggen. De gouden regel is dan ook ‘ga zo ver mogelijk westelijk zolang de wind het toe laat’. Terug kom je namelijk altijd wel met de meest heersende zuid-westelijke wind. De Isles of Scilly (een eilandengroep  in het meest zuid-westelijke deel van Engeland, zo’n 45 mijl westelijk van Cornwall) staan al jaren hoog op onze verlanglijst. Vorig jaar echt niet te doen vanwege het weer. Dit jaar wel? Yes!!!! Een paar dagen voor onze vakantie begint lijkt het erop dat er een stabiel hoog boven Engeland komt te liggen dat zeker een ruime week lang zal aanhouden en voor stabiel en warm zomerweer zorgt met weinig wind uit het oosten. Precies wat we nodig hebben!

De eerste twee dagen staat de wind nog uit het zuid-westen en varen we in een rustig tempo vanuit Bruinisse via Veere naar Vlissingen. Daarna varen we vanuit Vlissingen de zee op en 75 uur later (iets meer dan drie etmalen) komen we op de Scilly Eilanden aan. Het hoge druk gebied blijft ruim een week lang stabiel boven Engeland liggen. Daardoor hebben we weinig wind en prachtig zon en warm weer. Precies wat nodig is voor optimaal te kunnen genieten van de Scilly Eilanden. We liggen brengen er 9 dagen door en liggen in 6 verschillende en allemaal prachtige ankerbaaien. Regelmatig maken we een mooie wandeling over de eilanden die een ruige en een rijke subtropische begroeiing hebben. We zijn gestopt met het tellen van het aantal palmbomen. Elke dag gaan we naar het strand en zwemmen we zelfs in zee. De bimini (zonnetent) staat op. Dit alles zorgt voor een voor Europa uitzonderlijk Caribisch gevoel!

Dan komt de wind opeens even niet uit het oosten maar uit het noord-westen en is het tijd om een stukje terug te gaan. We varen in een lange dagtocht terug naar de Plymouth Bay en brengen daar een kleine week door achtereenvolgens op/in de Helford River, Plymouth en Salcombe. We hadden eigenlijk nog wat tijd in de volgende baai (Lyme baai) willen doorbrengen maar er staat drie dagen lang een zeer stevige oostenwind en die houdt ons ‘vast’ in Plymouth. Na de laatste stop in Salcombe draait de wind mooi naar het zuid-westen en is het tijd om naar huis te gaan. We varen in 50 uur met een optimale stromingsplanning (bij alle kapen hebben we stroming mee) terug naar Vlissingen. De laatste twee dagen brengen we samen met de Barbarossa door op het Veerse meer voor anker bij Vrouwenpolder. Een leuke afsluiting van een perfecte vakantie. We hebben precies het goede ‘weather window’ gehad met prima zomerweer en geen regen. Alleen de laatste dag terug naar Bru onweert en regent het lekker.We hebben onze site vlak voor de vakantie vernieuwd. Daardoor kunnen we regelmatig een twitterberichtje sturen met het laatste nieuws en laat ook de spot onze laatste positie zien op de site via twitter. Lees hieronder een verslag van dag tot dag.

Op dinsdagavond 2 juli vertrekken we naar Bruinisse. Toine heeft z’n stuurgroep gehad en daarna kunnen we vertrekken. Het is nog heel rustig in Bru. We eten traditioneel als start van de vakantie mosselen bij Sailors Inn. De volgende dag varen we op ons gemakje (tegen de wind in) naar Veere. We hebben geen wachttijd bij de sluizen en komen weinig andere boten tegen. Ook in Veere is het nog heel rustig en dat blijft toch een mooi Zeeuws pittoresk plaatsje met een reusachtige kerk. De dag erna varen we door het kanaal van Walcheren met twee sluizen en vijf bruggen. Dat kost toch altijd weer behoorlijk wat tijd zeker omdat we net midden tussen de twee nieuw ingestelde blauwe zônes door varen. Ook in Vlissingen is het leuk liggen midden in de stadshaven. We zijn onze zwemkleding vergeten en kunnen nog mooi even bij de Hema langs om die aan te schaffen. Er is een straatfestival (de Onderstroom) met allerlei optredens. Ach, wij wandelen net zo lief langs de kade van Vlissingen met zicht op de Westerschelde en de grote zeeschepen die daar varen.

 

Vrijdag 5 juli vertrekken we om half 11 de zee op langs de Belgisch kust naar het west-zuidwesten om daarna nog voor het nauw van Calais naar Dover de shippinglane over te steken. Het is een rustige zee met weinig wind. Motoren met de zeilen erbij en zo maken we gemiddeld iets meer dan 5 knoop snelheid. Wat minder met stroom tegen en wat meer met stroom mee. De dag kabbelt rustig voorbij. We nemen alle vier heel makkelijk ons ‘oversteek’-ritme aan en komen de dagen op zee prima door. Midden in de donkere nacht zonder maan steken we de drukke shippinglane over. Zonder problemen en even kort uitwijken om achterlangs een groot vrachtschip te steken. Als ik ’s ochtends om 6 uur de wacht overneem zijn we alweer voorbij Dover en varen we langs de eerste zuid-engelse kaap Dungeness op weg naar de volgende kaap Beachy Head. Lekker in het zonnetje op een vlakke zee. Etmaalafstand 125 nm.

Beachy Head is een kaap met 160 meter hoge krijtrotsen en een mooie rood-wit gestreepte vuurtoren. Met dit mooie weer kunnen we heel dichtbij komen. De rest van de dag varen we rustig door richting Wight. Toine krijgt de watermaker aan de praat, en dat is heel fijn. Want zo zijn we behoorlijk onafhankelijk van jachthavens en hebben we altijd voldoende water. Eten kunnen we gewoon van borden op de tafel, zo vlak is de zee. Elke avond spelen we Canasta. Vlak voor Wight en voordat de nachtwachtperiode in gaat zien we twee walvissen, zo weten we bijna zeker. Midden in de nacht passeren we Wight onderlangs. ’s Nachts merken we al dat de boot wat meer trilt (van de motor) dan anders. Ook het kooktoestel resoneert en dat doet ‘ie anders nooit. Etmaalafstand 125 nm. Nog een kleine 150 nm te gaan.

 

Als iedereen weer wakker is horen we opeens een piepend geluid … wat blijkt … de V-snaren zijn bijna door en dat komt omdat het blok waar de dynamo op hangt deels afgebroken is waardoor de dynamo scheef hangt en de V-snaren veel te zwaar belast. Jeetje, dat is even schrikken. De motor gaat meteen uit en alleen op de genaker komen we voldoende vooruit. Toine duikt het motorruim in en krijgt het na flink zwoegen voor elkaar om de dynamo weer voldoende goed vast te zetten. Gelukkig, anders hadden we moeten uitwijken naar Dartmourth, de meest dichtbij zijnde haven met faciliteiten (20 mijl afstand). Vandaar dus dat meer trillen dan anders en dat is nu weer weg. We varen nog een tijdje door op de zeilen maar dan valt de wind weer weg en gaat de motor weer aan. We kunnen via de TV ontvanger net het laatste stukje van de Wimbledon finale tussen Murray en Djokovic zien. Dan zitten we net even dicht genoeg bij land om de BBC te kunnen ontvangen. En zo gaan we de derde en laatste nacht op zee in, op een spiegelgladde zee met weinig wind. In de ochtend trekt de wind wat aan en het laatste stuk tot de Scillie eilanden kunnen we in klaverstand varen, een favoriete stand van de Brandaan. We varen langs de beroemde vuurtoren Wulf Rock en steken de shippinglane (richting Ierland en Schotland) over. Hier waren we drie jaar geleden ook toen we vanuit Falmouth een omweg via Schotland naar huis maakten. Vlak voor we bij de Scillie eilanden zijn worden we getrakteert op een dolfijnenshow van twee hele speelse en snelle dolfijntjes. Welcome to the Isles of Scilly!!!

Op maandagmiddag half 2 pikken we een mooring op in Pont Cressa, de zuidelijke baai van het hoofdeiland St Mary’s. Een prachtige baai met mooi helder lichtblauw water en een wit zandstrand. Verder om ons heen ruige rotsformaties. Dit geeft ons heel erg het Caribische gevoel! Zelfs de bimini staat op en is hard nodig om een beetje schaduw te krijgen in de warme zon. Alleen het water is veel kouder, maar dat is het enige verschil.

We tuigen het bijbootje op; die ligt nog onderin onder ons bed en moet eerst opgepompt worden. En dan met de bijboot naar het strand. Flink hoog het strand optillen met z’n vieren want het verval is hier 5 meter. We lopen in het dorpje rond, met de enige supermarkt van alle eilanden, en flink wat winkeltjes en restaurantjes. We maken een korte wandeling naar de vuurtoren op de zuidpunt en daarna gaan we lekker eten in een restaurantje aan de baai met flink wat wijn! Met veel lol (de meiden doen mee alsof ze ook gedronken hebben) lopen we terug naar de bijboot en komen veilig en al weer terug op de Brandaan. We hebben een prima nacht ondanks het uurtje flink rollen midden in de nacht vanwege de deining die de baai binnenkomt.

 

Op dinsdag 9 juli maken we een lange wandeling (van zo’n ruime vier uur) rondom het hele eiland. Heel mooi en lekker vermoeiend. Er is een mooie subtropische beplanting. Er staan veel palmbomen en veel andere subtropische plantensoorten met mooie gekleurde bloemen. Op de toppen van de eilanden is het ruiger met rotsen, hei en varens. Tussendoor picknicken we met stokbrood, salami en kaas. We lopen langs de kust en krijgen zo een goed beeld van het hele eilandenrijk. Tussendoor nemen we de tijd zodat Marinthe lekker op de rotsen kan klauteren. Aan het eind van de middag terug in onze baai liggen we heerlijk op het strand en gaan de meiden zelfs zwemmen. Vooral Eline is de grote zwemheld in dit koude water. s Avonds eten we spiesjes op de BBQ op de boot. Een heerlijk dagje zo!

De volgende dag vertrekken we na het ontbijt naar het volgende eiland. St Agnes aan de zuidkant. We laten het anker vallen op een prima plek in de zuidelijke baai The Cove. Die is verbonden met de noordelijke baai via een strandje dat bij hoog water net onder komt te staan waardoor het twee eilanden zijn. Een echt mooie ankerplaats. We hebben niet zoveel puf om een lange wandeling te maken en bekijken kort het eiland en hebben dan een heerlijke lunch in de tuin bij een klein cafeetje.’s Middags luieren we op de boot en aan het eind van de middag gaan we naar het strand. We zien daar de ‘bar’ tussen de beide eilanden snel onderlopen. En we gaan zelfs met z’n allen zwemmen!!! We eten pasta op de boot en gaan na een potje Canasta lekker op tijd naar bed.

 

We ontbijten regelmatig met een eigen gebakken broodje. Ik ben ’s ochtends toch vaak om 6 of 7 uur wel even wakker en zet dan de broodmachine aan. Twee uur later is het broodje dan klaar. Heerlijk om mee te ontbijten vinden we alle vier. Daarnaast is elke ochtend brood halen op de kant geen optie. Dan is het weer tijd voor het volgende eiland. We maken het rondje eilanden met de klok mee. Het is een uur heerlijk zeilen en dan zijn we er al. We gooien het anker neer tussen de eilanden Tresco en Bryher. Hier is het wel wat drukker met boten; dit is dan ook de meest beschutte ankerplek. We maken ’s middags een wandeling op Bryher, de kleinste van de twee eilanden. Met een ruige kust aan de noord-west kant. Hier zijn al heel wat schepen op de rotsen gelopen en vergaan. Vooral vroeger toen ze nog geen navigatie apparatuur hadden. De meiden klimmen vooral veel op de rotsen terwijl wij rustig op een plekje in het gras naar ze kijken. ’s Avonds eten we op de boot en spelen we Canasta.

 

We blijven nog een dagje liggen en bezoeken Tresco, het grotere eiland. Daar is een prachtige botanische tuin die in 1834 is aangelegd en jarenlang door een familie w.o. door zeeman Augustus Smith met vele plantensoorten uit de hele wereld is uitgebreid. Het klimaat in de Scilly Eilanden is ideaal voor plantensoorten die het goed doen tussen de 30 en 45 breedte graden. Er valt relatief veel regen, er is een hoge luchtvochtigheid, warme winters (nooit onder de 4 graden) en ook veel zon. Dit alles doordat de warme golfstroom uit het Caribisch gebied langs de eilanden stroomt. Het is werkelijk een prachtige tuin met veel bomen en planten uit mediterane gebieden, Chili, Japan, Australië etc. De meiden maken alle foto’s. Ook is er een klein museum met boegbeelden van op de Scilly Eilanden gestrande schepen. Dat is een hele verzameling. Op de terugweg maken we een wandeling langs de oostkant van het eiland. Daar hebben we zicht op een paar mooie ankerbaaien waar we de volgende dagen naar toe gaan. Eenmaal terug op de boot pakken we snel de zwem- en strandspullen en gaan naar ons privéstrandje dicht bij de boot. De meiden hebben en bal gekregen en gaan volleyballen in het water. En we zwemmen weer allemaal! ’s Avonds eten we kaasfondue op de boot.

Het mooie weer houdt maar aan. Er ligt een stabiel hoge druk gebied boven Engeland. Ideaal om de Scilly Eilanden uitgebreid te verkennen. Het voel af en toe wat ’te’ makkelijk voor ons. Zouden we toch ook niet naar Ierland gaan of zelfs verder naar de Hebriden? Even voelen we beiden die onrust, maar we doen het niet. Dat zou toch ook voornamelijk op de motor zijn en het is toch heerlijk hier? We schuiven weer een baaitje verder op naar St Helens Pool. Daar kunnen we alleen met hoog water naar toe tussen alle rotspartijen door. Lang leve ons navigatiesysteem! Alleen die ochtend duurde het veel langer voordat ‘ie voldoende satelieten had gevonden voor de GPS fix.De hele middag gaan we naar het strand; een heel lang wit zandstrand met ondiep lichtblauw water om in te zwemmen. ’s Avonds eten we weer op de boot en spelen we Canasta; telkens in een wisselende samenstelling. ’s Nachts is er dikke mist en horen we de vuurtoren van St Helen telkens vier korte beeps maken.

 

Nadat de mist is opgetrokken schuiven we weer een baai op naar Tean Sound bij het eiland St Martin. We liggen er bijna alleen. Dit is het vijfde en laatste bewoonde eiland dat we aandoen. Maar veel bewoning is er niet. Het grote hotel is net begin van dit jaar failliet gegaan en is gesloten. Toch is er wel een schooltje. We maken een korte wandeling over het eiland en hebben een heerlijke lunch in een cafeetje in Higher Town. Op de terugweg komt de mist weer terug. Dit is zeemist die ontstaat als de watertemperatuur ongeveer 15 graden is en op het land tussen de 25 en 30. Dan hebben we mooi wat tijd om te klussen op de boot. Toine repareert de leeslampjes en ik maak wat schoon. Gelukkig is het aan het eind van de middag weer weg en kunnen we nog lekker even naar het strand. Lang leve de watermaker! Zo hebben we altijd voldoende water om na het zwemmen kort te douchen. Voor water zouden we naar het hoofdeiland St Mary’s moeten. En dan na het douchen genieten van een glaasje wijn liggend voor anker in een prachtige omgeving. Dat zijn toch wel de betere momenten!

Als laatste nieuwe ankerplaats gaan we naar Great Ganilly, een onbewoond eiland onderdeel van de Eastern Islands. Ook weer een hele mooie ankerbaai vlak voor een witte zandplaat die bij laag water boven water ligt en bij hoog water weer onder stroomt. Toine maakt er een poetsdag van; met de bijboot poetst hij de hele witte zijkanten vd boot. Een flinke zware klus. Ik lees veel en ga met de meiden even naar ons eigen witte strandje als het laag water is. Dan krijgen we opeens bezoek van de Waltzing Mathilda; een nederlandse vertrekkersboot op de terugweg met Mathieu en Roos en hun kinderen Fien en Max van 9 en 7 jaar. We nodigen ze uit voor een borrel en het is zo gezellig dat ze ook blijven eten met onze gezamenlijke eetspullen op de BBQ. Heerlijk om even weg te dromen in het vertrekkerswereldje, om hun verhalen te horen en eigen herinneringen op te halen.  Zoals ik onlangs op de site van de Thalasa II las …eenmaal een ‘vertrekker’, dan blijf je altijd ‘vertrekker’, ook op kortere zeilreizen. Dat gevoel zit in ons en zal nooit meer weg gaan.

 

De laatste dag in de Isles of Scilly brengen we door bij St Agnes in ankerbaai The Cove. Daar lagen we de derde nacht ook. Een hele mooie baai met een leuk strand en een lekker restaurant op het eiland. Voordat we daar naar toe zeilen gaan we eerst nog met de bijboot naar een plek bij wat ondiepe rotsen waar heel veel zeehonden zitten. Ze zwemmen nieuwsgierig om ons bootje heen. Als we goede wetsuits hadden, hadden we zo met ze kunnen zwemmen. Maar zonder is het water echt te koud. Ach, vanuit het bijbootje is het ook een prachtig gezicht. ’s Middags weer naar het strand en daarna gaan we netjes aangekleed de kant op. Altijd met hetzelfde ritueel … met blote voeten in de bijboot, landen op het strand, de boot met z’n vieren tillen en naar een plek dragen waar het water niet zal komen, dan voeten zand-vrij maken en (wandel)schoenen aantrekken. We eten in een heel leuk sjiek restaurantje met heerlijk eten en zicht op de vuurtoren Bishops Rock. Na het eten lopen we met een omweg over het eiland in de ondergaande zon terug naar de boot. Een prima laatste avond op de Scilly Eilanden!

 

Op woensdag 17 juli varen we om 5.30 uur de baai uit terug naar het ‘mainland’. Ruim 10 uur varen (55 mijl) met een rustig windje in de rug waarvan we de helft zonder motor kunnen zeilen, zelfs het laatste stukje de hoek om bij Lizard Point kruisen richting de Helford River. Dat is een hele mooie rivier vlak onder Falmouth. Mooie bosrijke natuur met het kleine idilische dorpje Helford met witte huisjes en rieten daken. We liggen aan een mooring en eten heerlijke steak met chips in een pub aan de waterkant.

De volgende dag maken we een mooie wandeling van zo’n 4 uur langs de oevers van de Helford River, en twee andere kreken. Het is nog steeds heerlijk warm zomerweer en gelukkig is een groot deel van de wandeling in de schaduw onder de bomen. We lunchen in een kleine traditionele pub in ’the middle of nowhere’. Moe komen we terug bij de boot en dan is het natuurlijk weer tijd voor een borrel met chips. Om ons heen is voldoende te zien met in en uitvarende boten én roeiers … een gezellige bedrijvigheid.

We zijn weer vroeg wakker (zonder wekker) en vetrekken rond 5.15 uur voor de tocht van 50 mijl naar Salcombe. We wisten dat het tegen de wind in zou zijn, maar we dachten dat het heel weinig wind was. Alleen begint het over de helft steeds harder te waaien en dan is het niet leuk meer om met de motor tegen de golven in te beuken en dat nog die of vier uur langer. Waarom gaan we niet eerst langs Plymouth? Dat is nog 1,5 uur heerlijk met halve wind varen. Dan gaan we een dag later wel naar Salcombe. Plymouth blijkt een leuke stad te zijn. Dus geen verkeerde keuze. Wel liggen we opeens in een jachthaven terwijl we ‘van plan’ waren om alleen maar te ankeren deze vakantie. Ach, het heeft ook z’n voordelen want we hebben ook sinds lange tijd WIFI. En we gaan ’s avonds lekker uiteten bij een japans restaurant.

 

De harde oostenwind blijft waaien, maar misschien kunnen we wel onder de kust hoog aan de wind naar Salcombe? Dat gaan we althans proberen. Eenmaal buiten blijkt het flink door te waaien …. windkracht 7-8 met een flinke zeegang en we redden de koers niet door maximaal hoog te varen. Tja, teruggaan is ook niet echt ons ding maar we doen het toch maar. Het is per slot van rekening vakantie en ondanks de harde wind is het heerlijk warm en zonnig. Even later liggen we weer terug in de jachthaven, dit keer in de haven midden in het oude stadsdeel. Toine gaat klussen aan de bijbootmotor (die loopt nog steeds niet lekker en met een gedownloade handleiding is het probleem misschien wel te vinden?). Ik ga met de meiden ‘shoppen’ in een grote shoppingmall. En als we verhit terugkomen is het tijd om naar het zoutwater zwembad te gaan. Dat ligt heel mooi aan de kust met uitzicht op de Plymouth baai. Toine heeft het probleem met de aanhangmotor gevonden (caborateur schoongemaakt) en zo hebben we toch nog een prima dag!

Ook de volgende dag waait het overdag nog te hard om verder te gaan. We gaan een ‘avontuurlijke’ wandeling maken aan de Cornwall kant van Plymouth. Heen met een stukje in de bus en een kleine ‘foot ferry’. Het duurt even voordat we de bus hebben gevonden maar precies op tijd want hij blijkt maar eens per uur te rijden en hij komt een paar minuten nadat we bij de halte staan aan. Het is maar een kort ritje. De ‘foot ferry’ is ook maar kort, maar wel overvol met mensen uit Plymouth die hun zondag op het mooie schiereiland in Cornwall gaan doorbrengen. Het is een leuke wandeling vlak langs de kust door bos en over velden. We wandelen naar Kingsend en vandaaruit kunnen we de ferry terug naar Plymouth nemen. Die vertrekt 3 uur en wij komen om 2.15 uur in het kleine volle dorpje aan. Waar vertrekt de ferry? We kunnen geen enkele plek vinden. We vragen het na in een winkeltje en krijgen te horen ‘ja hoor, die ferry vertrekt hier gewoon vanaf dat kleine strandje’. Met westenwind geen probleem, maar met deze stevige oostenwind wel lagerwal. Vlak van te voren al staande in de rij voor de ferry eten we nog wat. En daar komt inderdaad een rood bootje aan. Hij vaart tot vlak bij het strand, er wordt een loopbrugje aangehaakt en we kunnen aan boord. En dit terwijl er een aardige brandig staat. Maar het meest avontuurlijke (en ook ‘gevaarlijkste’ deel) van onze reis is dat de motor geen koelwater geeft bij het wegvaren. De wierpot moet nagekeken worden en ondertussen schommelen op een volle boot lekker heen en weer in de branding golven. Toine staat bij de motor en ziet wat de kapitein en z’n hulpje doen. Enorme bossen wier worden uit de motor gehaald (en niet alleen uit de wierpot) … dat klopt toch niet helemaal. Ach, hoe dan ook … 15 min later hebben ze de motor weer aan de praat en kunnen we vertrekken. Lekker tegen de hoge golven in richting Plymouth. Wij weten uit ervaring waar je het beste kunt zitten en zitten daardoor op een prima plek waar we niet nat worden. De mensen rechts voorin krijgen af en toe de volle laag. Een half uur later leggen we in de stadshaven van Plymouth aan. We hebben het ‘gered’, maar geef ons maar onze eigen Brandaan! Terug in de boot gaan we nog snel even zwemmen met z’n vieren in dat mooie zwembad. En daarna is het tijd om naar Salcombe te vertrekken. De wind is veel minder em het wordt een prima tocht van 4 uurtjes. We komen om 22.30 uur aan, dan is het net donker en 1,5 uur voor laag water. Met z’n vieren zitten we buiten om te helpen met navigeren en kijken want het is best een ingewikkelde invaart. Tussen twee hoge rotstenpunten door een rivier op met een ‘bar’ (waar 1,5 m staat bij laag water) en veel ondieptes die goed bebakend zijn met lichtgevende boeien. Om 23.30 uur liggen we vast aan een mooring en dan is het tijd voor een glaasje wijn met kaas en stokbrood. We liggen alle vier laat in bed.

Onze laatste dag in Engeland breekt aan. Salcombe is een mooie engelse vakantieplaats met veel activiteiten op het water (zeilen, surfen, waterskiën etc) en een gezellig druk dorpje tegen een steile heuvel opgebouwd met allerlei winkeltjes en restaurantjes. Het is een beetje mistig, maar die trekt op als we naar Bolt Head wandelen langs een mooi en uitdagend coastpath. Bolt Head is één van de punten bij de invaart van de rivier. Een flinke klim en ondertussen veel te zien. ’s Avonds gaan we heerlijk uiteten in een leuk tentje aan het water waar wij wel wat ‘underdressed’ zitten met ons zeilkloffie en een rugzak.

 

Op dinsdag 23 juli varen we om 5.30 uur bij Salcombe weg. Het is hoog water, dus geen enkel probleem bij de ‘bar’. De tochtplanning is deels door voorbereiding en deels met wat geluk optimaal qua stroming …. bij alle kapen hebben we stroming mee en vanaf Beachy Head tot en met Dover en het oversteken van de shippinglane ook. En dat bij springtij! Daarom is het een snelle tocht …. 295 mijl in 50 uur is bijna 6 mijl gemiddeld. En dat met relatief weinig wind, zeker de eerste dag.

Het eerste deel om Start Point varen we met stroming mee nog op de motor. De hele dag varen we in de mist. Soms staat er voldoende wind om te zeilen en dan weer te weinig en gaat de motor aan. De hele nacht zeilen we in klaverstand met een snelheid van 3-4 knoop tegen de stroom in Etmaalafstand 130 mijl. De tweede dag gaat heel wat sneller. We hebben overdag alleen maar stroming mee en de wind steekt op tot windkracht 4-5. Surfend van de golven af spuiten we met een snelheid van 9 knoop door het water. Dat houdt aan vanaf Beachy Head tot en met het oversteken van de shippinglane vlak voorbij Dover. Het is af en toe wel lekker mistig met een zicht van minder dan 0,2 mijl.
Maar het trekt open als we met halve wind de shippinglane in een uur met een snelheid van ruim 7 knopen oversteken. En dan nog de laatste avond en nacht langs de noord-franse en belgische kust omhoog. De wind valt weg en het het laatste deel doen we op de motor. Etmaalafstand 160 mijl. Om half 10 zijn we bij de sluis van Vlissingen, net te laat voor de blauwe golf. Maar we hoeven alleen maar bij de Sloebrug 45 min te wachten (en dan kan ik mooi snel nog wat boodschappen doen bij de XL AH die daar vlakbij ligt). Even later zijn we op het Veerse meer en gooien we het anker vertrouwd achter de Barbarossa neer. Het is drie jaar geleden dat onze boten naast elkaar liggen maar het voelt als de dag van gisteren.

 

We hebben twee hele gezellige laatste dagen. Overdag op het strand en ’s avonds met borrel en BBQ op de Barbarossa. De eerste avond alleen met Jan en Ellen en de tweede avond ook met Koen en Giel (en Annie en vriend Maurijn van Giel) erbij. Dat voelt als vanouds. We halen dan ook volop herinneringen op en mijmeren over een volgende reis.

De laatste dag onweert het ’s ochtends flink met harde regen. We varen in de regen weg maar eenmaal door de Zandkreeksluis op de Oosterschelde breekt de zon weer door en kunnen we het hele stuk terug naar Bru lekker zeilen. De sluis van Bru is net open voor ons en we kunnen doorvaren zonder te hoeven wachten. Daarnaast is het verval nul waardoor het verre weg de snelste schutting ooit is. Om 17.30 uur ligt de Brandaan weer op z’n plek en een uur later zitten wij in de auto op weg naar huis.

We kijken terug op een perfecte vakantie. Prachtige bestemming met uitzonderlijk goed weer. Het was op en top genieten!!!!