Het mooie weer houdt aan. Iets minder warm dan het afgelopen weekend, maar nog steeds met een warm zonnetje waardoor het heerlijk is om buiten te vertoeven. We zijn al prima ingedraaid, zo met z’n zessen op de boot, en eigenlijk gaat het buitengewoon soepel. Erg bijzonder en leuk om te ervaren. Mam en Helen hebben zichzelf tot de ‘afwasmeisjes’ benoemd en zo hoef ik een hele week niet af te wassen. Wat heerlijk!
Na het weekend in Solomon vertrekken we voor een tochtje van 6 uur naar Oxord, aan de oostkant van de Chesapeake aan de Choptank River. Een prima zeiltocht met bakstagwind. Oxford is een erg leuk plaatsje, met mooie huizen uit de Britse koloniale tijd. We wandelen er wat rond en gaan ’s avonds heerlijk uiteten, met als taxi onze bijboot. En ook dat is geen probleem voor de dames. Het is nog duidelijk laagseizoen; zo door de weeks is er bijna niemand op het water. We zijn inmiddels Annapolis aardig genaderd, daardoor zijn het nog maar korte zeiltochtjes en hebben we veel tijd om ’s middags het land op te gaan. Zo ook weer de volgende dag in Knapps Narrows. Een korte tocht er naar toe, wel weer door een heel ondiep kanaaltje naar binnen. Toine maakt het laatste stukje poetsen van de witte zijkant af en wij lopen door het dorpje. Als we ’s avond op de boot zitten en klaar zijn voor een borrel merken we dat er enorm veel no-see-ums zijn en daar hebben we helemaal geen zin in. Er staat geen wind en we liggen té beschut in het dorpje. Dus lijnen los en een uurtje later liggen we op een heerlijke ankerplek aan de overkant van de Chesapeake in Herrings Bay. We zitten tot laat buiten van de mooie omgeving en de vele sterren te genieten. De laatste stop voor Annapolis is Harnass Creek, een zijkreek van de South River. Dit is echt een mooie ankerplek midden in de natuur en omgeven door een State Park. Daar maken we ’s middags een lange wandeling en ’s avonds besluiten we met een heerlijke BBQ om de laatste avond met z’n zessen op de boot te vieren.
De afgelopen dagen heeft Toine al veelvuldig emailcontact gehad met zijn collega Dan. De ingang van Eastlake (het meer achter hun huis) is wederom erg ondiep voor ons. Maar volgens de zeilvrienden van Dan moet het bij hoogwater goed kunnen. Vanaf South River is het nog een uurtje varen en dan zijn we precies met hoogwater bij de ingang. We worden al opgewacht door Dan en Kathy in hun motorboot. Het gaat inderdaad precies (een stukje lang zien we 2.0 meter op de teller staan). We worden zeer hartelijk ontvangen en uitgenodigd om bij hen in huis te slapen. Zo laten we de Brandaan op zichtafstand een weekje ‘uitrusten’ en verkassen we met z’n allen naar het prachtige huis van Dan en Kathy.