Florida is wat dat betreft een staat van uitersten. Heel Amerika is dat eigelijk. Er zijn overal enorme shoppingmalls te vinden met mega-grote parkeerterreinen en heel veel winkels, op zondag open en soms zelfs 24 uur per dag open zoals de Wall Mart. Maar er is ook overal hele mooie natuur te vinden met nog in het wild levende dieren. Je hoeft nooit ver te rijden om op zo’n mooie natuurplek te komen. En dat maakt Amerika heel aantrekkelijk als vakantieland, zo hebben we de afgelopen week ervaren. We merken goed aan de temperatuur dat we in noordelijkere gebieden komen. ’s Nachts koelt het behoorlijk af en slapen we voor het eerst weer onder een dekbed.
Zaterdag 10 april doen we eerst school en daarna gaan we shoppen in een nog relatief kleine mall dichtbij de haven. Eline en ik gaan naar de kapper en we kopen schoenen voor Toine. ’s Avonds komt de Pjotter op bezoek, ook een Nederlandse vertrekkersboot met Sebastiaan, Rhiannon, Emma (3 jr) en Macsen (1,5 jr). Zij liggen een haven verderop bij de ingang van Cape Canaveral. We hadden hun al eerder ontmoet in Kaap Verden, Suriname en Trinidad, en nu voor het eerst weer hier. Het wordt een gezellig avondje. De dag erna vertrekken we op tijd voor een autotocht van zo’n 3 uur naar het zuiden van Florida.
Het is flink regenachtig en we zijn blij dat we het bezoek van een mega-grote overdekte shoppingmall hebben gepland. Wat een ding zeg! Veel meer dan zwembroeken en korte broeken voor Toine en schoenen voor ons alle vier kopen we niet, maar toch erg leuk om eens te zien. Dan rijden we nog een uurtje door en komen we aan bij ons hotel aan het begin van de Florida Keys bij Key Largo. Een prachtig hotel aan de zee met zwembad, prima kamers en een heerlijk restaurantje. Het zonnetje breekt door en dan hebben we een prima eind van de dag met een gezellig etentje en zicht op de zee.
Maandagochtend (12 apr) duiken we nog even het (verwarmde) zwembad in. Dan weer de auto in terug via de Everglades. Opnieuw regent het af en toe flink. We rijden ook nog eens verkeerd; ik heb het verkeerde adres in de boordcomputer ingevoerd, tja, en dan kom je natuurlijk niet op de goede plaats. Blijkt, na raadplegen van Toine’s broer Pieter, dat we ruim een uur terug zouden moeten en tevens zitten we op een Interstate Higway waar pas over 30 km de eerstvolgende
afslag is. We hadden eigenlijk besloten om het daar maar bij te laten en door te rijden naar ‘huis’, totdat we bij die afslag een bord zagen met reclame over ook een stuk park met krokodillen en boottochtjes. Helemaal in de middle of nowhere komen we bij een goed georganiseerd park aan. Helemaal niet druk (vanwege het weer?), en we maken een mooie tocht met een grote jeep door het park en zien heel veel nog in het wild levende dieren, zoals bizons, wilde varkens, krokodillen, herten, etc. Midden in een moerasgebied waar vroeger Indianen hebben geleefd. Wat een moeilijke omgeving om als mens in te leven! Tot slot maken we nog een boottochtje met een airboat (een hele ondiepe boot aangedreven door een windpropellor) en zien we heel veel krokodillen zwemmen, zelfs vlak naast de boot. Moe, maar voldaan komen we ’s avonds laat weer bij de onze eigen boot aan … in een korte tijd hebben we zo toch maar weer een mooi stukje Florida gezien.
Dinsdag komt het pakketje met de watermakeronderdelen netjes op tijd aan, en zo kunnen we ’s middags weer vertrekken, via de inlet van Cape Canaveral de zee op voor een tocht van 25 uur ‘buitenom’ over de zee naar St Johns Inlet. In de sluis naar buiten zien we drie zeekoeien. ‘Binnendoor’ over de Intra Coastal Waterway (ICW) had ook gekund. De ICW is een natuurlijke ‘waterweg’ van rivieren en meren die vlak langs de kust van het zuiden van Florida doorloopt tot bij Norfolk (het begin van de Chesapeake Bay). Wij zijn van plan om afhankelijk van het weer stukken buitenom en binnendoor te doen. Alleen maar binnendoor zou veel te veel ophouden en alleen maar motoren met goed uitkijken voor ondieptes is vermoeiend en gaat vervelen. Over zee kan je veel meer mijlen maken door ook ’s nachts door te varen en hoef je niet zo op te letten. Maar alleen maar over zee zien we niets van de mooie natuur hier aan de oostkust. Het eerste stuk van 160 mijl dus wel over zee. De eerste avond staat er flink wat deining met echt hoge golven. Gelukkig met halve wind wel goed bezeild, maar de boot maakt af en toe lekkere schuivers en veel meer dan liggen en maar vroeg gaan slapen doen we niet. In de nacht wordt het wat rustiger en ook de zee wordt vlakker, en zo wordt de volgende dag een prima zeildag. Sinds lange tijd zien we weer dolfijnen, die zitten hier erg veel. Er schijnen ook veel walvissen te zitten, maar die hebben we nog niet gezien. In de middag varen we de St Johns rivier op, met flinke getijde stroming tegen. We gaan voor anker een klein stukje de ICW op vlak na Sisters Creek Bridge. Een prima plek waar we een heerlijke middag hebben lekker in het zonnetje met mooie natuur om ons heen. De Pjotter is binnendoor gegaan en liggen nog iets zuidelijker. We hebben ongeveer dezelfde planning en spreken af vanaf morgen een stuk samen te varen.
De volgende dag doen we ’s ochtends eerst school en Toine plaatst de nieuwe onderdelen van de watermaker. Een moeilijk klusje, maar het gaat heel goed. ’s Ochtends hebben we nog even contact via sms en telefoon met de Barbarossa … ze liggen met slecht weer voor de invaart van Luperon op de Dominicaanse Republiek en twijfelen of ze naar binnen kunnen. Wij zijn daar een paar weken geleden geweest en kunnen ze helpen met informatie over de invaart. Op zo’n moment beseffen we allebei weer hoe ontzettend leuk het was om samen te varen.
Vlak na de lunch komt de Pjotter eraan en varen we samen een stuk ICW. Onze eerste ICW-ervaring door een mooi stukje natuur en waarbij we vier keer vast komen te zitten. Gelukkig is het modder en zijn we alle keren zo weer los. Op één stuk moeten we zelfs meerdere malen proberen op verschillende plekken totdat we een doorgang hebben die diep genoeg is.
En nu (vandaag) liggen we op een mooie ankerplaats net over de grens van Florida in de staat Georgia vlak voor het eiland Cumberland dat een National Park is. Verder helemaal niets qua bebouwing in de buurt, en toch hebben we internet. Wat een land, dat Amerika! Vanochtend gaan we nog even het land op en daarna weer door de zee op voor een nachtje doorvaren naar Charleston, Zuid-Carolina. Langer doorvaren over zee is geen optie vanwege de wind die morgenavond tegen gaat staan. Ook de dagen erna komt de wind uit de verkeerde richting en zullen we weer wat ICW binnendoor gaan doen. Ach, die afwisseling is juist leuk! En zo liggen we nog steeds goed op planning om op 27 april in Norfolk (zuid Chesapeake) te zijn om mijn moeder en tante Helen (uit Amerika) te ontvangen. Mam zou vandaag al vliegen naar haar zus toe, maar helaas is het luchtruim vanwege de vulkaanuitbarsting op IJsland gesloten en nu kan ze maandag pas vliegen. Nog even een weekendje wachten dus!