We zijn inmiddels weer een flink stuk noordelijker in de Carieb aangekomen; dat kun je vooral goed zien op het overzichtskaartje op de homepage. We kiezen er dan ook voor om dit stuk wat sneller te doen dan de meeste zeilers omdat het voor ons bekende eilanden zijn. Zo hebben we straks meer tijd voor de voor ons nog onbekende gebieden zoals Cuba, de Bahama’s en de USA. Want ja, Cuba is inmiddels op aanraden van Dolf en Marjanne en Rinus ook in onze reisplanning opgenomen. Snelheid maken we door keuzes te maken; sommige eilanden slaan we over en we kiezen er een paar uit waar we de tijd nemen. De stukken zeilen zijn daardoor langer, vaak te lang voor een dagtocht, maar dan varen we gewoon een nacht door wat als voordeel heeft dat we overdag op de eilanden zelf kunnen doorbrengen. Hierdoor hebben we absoluut niet het gevoel dat we jagen en er té snel doorheen gaan. Met als bij-effect dat we opeens andere zeilers tegenkomen (en weer inhalen), zoals Martijn van de ‘Rotop’ in Dominica en Sander, Michelle, Rikke, Imme en Pippa van de Lamawaje in Iles les Saints. Dat levert leuke ontmoetingen op. En opeens varen we in de ‘voorlinie’ in plaats van in de ‘achterlinie’ zoals twee weken geleden.
St Vincent en St Lucia doen we heel kort aan zonder het land op te gaan. Het zijn relatief arme eilanden, vulkanisch met hoge bergen en ‘boatboys’ die in kleine bootjes rond varen en geld proberen te verdienen aan de bezoekende jachten door te helpen met aanleggen en eten te verkopen. Op St Vincent stoppen we kort in Byahaut Bay. De boeien en het restaurantje van een paar jaar geleden zijn er niet meer. Kredietcrisis? We weten het niet, maar het is er wel mooi snorkelen. Daarna varen we nog een half uurtje door om te overnachten in Wallilabou Bay, de baai waar de Disneyfilms Pirates of the Caribbean 1, 2 en 3 zijn opgenomen. Een mooie baai met vriendelijke boatboys die helpen aanleggen (met een lijn vanaf de acherkant van de Brandaan naar de ‘galgen-stellage’ die in de film gebruikt is). De volgende ochtend lopen we een uurtje in de oude filmset rond en herkennen we veel plekken uit de films. Daarna gaan we op pad naar St Lucia om de Barbarossa daar te ontmoeten.
Het is rustig weer en de tocht van 5 á 6 uur is heerlijk zeilen, terwijl het bij de noordkaap van St Vincent flink kan spoken. Deze keer dus niet. We komen tegelijk met de Barbarossa bij de Gros Pitons aan, twee hoge bergen (werelderfgoed) met een mooie ankerplek aan de voet ervan. We borrelen samen en leren Carla en Huub kennen; erg gezellig! De volgende ochtend gaan we snorkelen, maar dat valt een beetje tegen, veel stroming en golven en weinig te zien. Ellen heeft een lekkere ‘groene’cake gebakken en met een kopje thee erbij is dit het echte afscheidsmoment …. tot over 4,5 maand in de Azoren! We vertrekken rond 17.00 uur voor een nachttocht van ruime 100 mijl naar Dominica. Ook dit is weer een heerlijke zeiltocht, halve tot ruime wind, mooie snelheid, rustige zee. Midden in de nacht varen we langs de lijzijde van Martinique en zien we in de verte alle lampjes. Tegen de ochtend komen we bij de zuidkaap van Dominica aan, en dan is het even ruig met harde windvlagen en flinke golven. Gelukkig kunnen we op tijd reven. Even daarna is het aan de lijzijde van Dominica weer heel rustig. Rond 9.00 uur laten we het anker vallen in St Rupert Bay, een ruime baai met veel andere zeilboten aan de noordkant van Dominica.
Dominica is een prachtig eiland, heel erg groen met hoge bergen volop begroeid met regenwoud en uiteenlopende vegetatie. Veel vogels (waaronder twee soorten papegaaien) en veel rivieren (zo’n 356) die vanaf de bergen alle kanten op de zee in stromen. Een prachtig ruige natuur! Na aankomst doen we eerst school en in de middag verkennen we samen met een boatboy (als gids) de Indian River. Hij roeit ons een uurtje de rivier op en weer af en laat ons de mooie begroeiing en veel verschillende vogels zien. ’s Avonds eten we op de boot en gaan we vroeg naar bed. De volgende ochtend (di 9 feb) gaan we na school het land op voor een wandeling. Met de taxi en/of een gids erbij is dat veel te duur … na wat onderhandelen eindigen we met een gehuurde auto (een oud jeepje) waarna we op eigen houtje de wandeling door het bos en naar de waterval maken. Eigenlijk veel leuker en heel prima alleen te doen. ’s Avonds komt Martijn met zijn vriendin van de ‘Rotop’ borrelen. Martijn komt ook uit ‘Bru'(Bruinisse), woont al 15 jaar op z’n boot (van 34 voet) en vaart al 5 jaar lang rond in de Carieb en de oostkust van Amerika. Erg leuk om te horen hoe hij zo ‘low budget’ mogelijk verantwoord rond zeilt. In veel opzichten het tegenovergestelde van ons. Zo gebruikt Martijn gratis oude frituurolie van restaurants voor z’n motor zodat hij geen diesel hoeft te kopen. Hij is al drie keer de Intra Costal waterway (ICW) aan de oostkust van Amerika op en neer geweest en geeft ons een paar handige tips.Op wo 10 feb maken we in de ochtend met de gehuurde auto nog een rondtrip over de noordkant van het eiland. Kleine weggetjes door dichtbegroeid oerwoud. We stoppen bij een koudwaterbron in de krater van een vulkaan en lunchen in een leuk tentje aan de noordkant aan het strand. In het begin van de middag zijn we weer terug en als we met ons bijbootje naar de Brandaan varen zien we opeens de Nebulea daar liggen. Dat is een tijd geleden (voor het laatst in Portugal gezien)! We kletsen even, maar kort daarna vertrekken wij weer volgens plan naar Iles les Saint. Wederom een heerlijke zeiltocht van drie uur met halve wind en weinig golven.
Iles les Saint is een groep kleine eilandjes, het hoort bij Guadeloupe en is daarmee een provincie van Frankrijk. Opeens zijn we weer even terug in de ‘Europese Unie’. Op het land is het er vrij toeristisch (met bezoekers die met veerboten vanaf Guadeloupe komen), men praat er alleen maar frans en we kunnen er alleen met euro’s betalen. Maar ze hebben er lekker stokbrood met heerlijke franse kaasjes! In de ankerbaai is het rustig liggen, wel met het anker op 13 meter diep. En dat is best diep, dat merkt Toine als hij de volgende ochtend met ons kleine duiksetje (voor bootonderhoud) de diepte in moet om een onderdeel van de genuerol van de grond op te vissen die in het water is gevallen tijdens het onderhoud ervan. Het lukt, goed gedaan hoor Toine! Die avond genieten we sinds hele lange tijd van een zelf gemaakt drie-gangen diner op de boot. De volgende ochtende (do 11 feb) komt Sander met Imme van de ‘Lamawaje’ langs, ook een Nederlandse vertrekkersboot met drie meiden van 9, 7 en 4 jaar. De meiden spelen de hele middag samen (zwemmen, duiken vanaf de boot, afgewisseld met spelletjes Umo) en wij drinken aan het eind van de dag een borreltje bij hun, met ook nog een Deens stel erbij die zij al eerder hebben ontmoet. Helaas lopen onze planningen de volgende dag alweer uitéén; de Lamawaje gaat ook naar Cuba, Bahama’s en USA, maar in een veel langzamer tempo omdat zij niet terug varen naar Nederland en hun boot in de Chesapeake Bay achter laten. ’s Avonds eten we een heerlijke vleesspies op de kant (dat kunnen die Fransen wel). Als we terugkomen bij de boot zien we een raar soort regen.
Hoi Mira,
Als ik zo de foto's eens bekijk dan moet ik toch wel bekennen enigszins jaloers te worden. Het ziet er echt uit als een heerlijke lange en mooie reis.
Als ik jullie bruine gezichten zie dan mag van mij de koude winter hier wel op z'n einde gaan lopen.
Ik zou zeggen, geniet er nog maar lekker van. De tijd vliegt volgens mij voorbij in zo'n jaar. Tot over een paar maanden. Hier is alles verder nog lekker dynamisch. Bij terugkomst hebben we weer het nodige bij te praten. Zowel wat betreft mooi weer en lekker lang varen, als van de situatie hier bij SZ.
Groet,
Joël